Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Een grote rode boerenzakdoek - bij het overlijden van Nico ter Linden

Nee, dit is geen zakdoek uit verdriet - of misschien ook een beetje wel, stiekem, want hij was voor mij zo'n mens waarvan je je niet kunt voorstellen dat hij ooit voorbijgaat. Ik was een jaar of vijftien en Nico ter Linden kwam naar Houten. Als echte fan moest ik daar natuurlijk bij zijn, en als echte BN'er was hij in het echt natuurlijk een stuk kleiner dan ik me had voorgesteld. Van wat hij vertelde die avond weet ik weinig meer. Wel nog dat hij van tijd tot tijd zonder enige schaamte zijn grote rode boerenzakdoek tevoorschijn haalde om zijn neus te snuiten. Daarna borg hij de zakdoek weer op, keek de zaal eens rond en vertelde verder. Niemand had de tijd om het hilarisch te vinden, en binnen een paar seconden had hij ons weer mee teruggevoerd naar de wereld van de aartsvaders. Ik was een jaar of twaalf en ik zat vol met vragen. Mijn moeder gaf me een boek met de gebundelde columns van Nico ter Linden, Kostgangers. Ik las dat geloof en ongeloof bij elkaar horen, 'al
Recente posts

Heden is u een heiland geboren

Als ik vroeger vriendinnetjes zag fietsen met een vioolkist of gitaarhoes op hun rug, was ik stiekem wel eens een beetje jaloers. Een piano neem je niet mee, dus ik had behalve mijn bladmuziek niets zichtbaars of tastbaars bij me. Aan mij kon je nooit zien dat ik naar muziekles ging. Is het ijdelheid, dat ik het stiekem wel eens jammer vind dat ik als dominee niets zichtbaars of tastbaars bij me heb op zondagochtend? Ik heb nog geen toga, dus blijft over: mijn map met papieren en een paar keelsnoepjes. Toen ik op kerstavond in de bus naast een paar voetbalsupporters zat, kon niemand zien dat mijn koffer met kerststalfiguren gevuld was, en toch vond ik het maar wat leuk dat ik het kerstevangelie zo maar bij me had.  Geloven wordt al snel abstract. Gods aanwezigheid is niet zichtbaar of tastbaar, je kunt God niet zien, niet aanraken. Bijbelverhalen spelen zich af in een wereld van tweeduizend jaar of nog langer geleden, een wereld waar we ons slechts met moeite een voorstel

Studeer, zing, bid en verwonder

Zingen is dubbel bidden, dat is zo'n uitspraak die Augustinus ooit gedaan zou hebben en die je overal te pas en te onpas tegenkomt. En zoals voor de meeste clichés geldt: ze is nog waar ook. Als ik het probeer, dan lukt het vaak niet, bidden. De woorden zijn er niet, of ik kan de rust niet vinden. Gebed is een houding die me overvalt, in dankbaarheid om wat er aan moois gebeurt in mijn leven of in een wanhopige schreeuw naar boven. Het gebeurt me regelmatig als ik zing. Koorrepetitie, onder de douche, tijdens een viering of bij het studeren maakt dan niet uit. Vanmorgen ratel ik op mijn toetsenbord voor een paper dat ik snel af wil hebben. Het is om verschillende redenen geen makkelijk jaar geweest, en ik ben de hele boel een beetje zat. Klaar met die studie, de zomer moet komen! Probeer niet te veel na te denken en gewoon maar te typen. Ondertussen draai ik de cd op die we gisteren met het Vocaal Theologen Ensemble gepresenteerd hebben, het liefste lied van overzee deel 2. Ik

Mijn naam is Lea

[Een anders-dan-anders-preek, gehouden in mijn 'stagekerk' in Bussum, naar aanleiding van Genesis 29 en een liedje van Stef Bos]   Wie ben ik?  Mijn naam is Lea. Ze zeggen dat ik fletse ogen heb, dat mijn ogen geen glans hebben, maar dat is niet waar. Mijn ogen zijn zacht. Dat zegt Jakob tenminste. Jakob vindt ze mooi. Ze zijn het enige dat Jakob mooi aan mij vindt, voor de rest is mijn zusje veel aantrekkelijker, altijd geweest. Maar mijn ogen zijn zacht, ze zijn helder, en ze zijn scherp. Er is niets dat mij ontgaat. Ik ben het tegendeel van mijn schoonvader Isaäk, die te blind was om zijn beide zoons van elkaar te kunnen onderscheiden. Ik ben ook het tegendeel van mijn man. Nee, met Jakob’s ogen is niets mis, hij vergat ze alleen te gebruiken op het moment dat het erop aankwam. Ik zal niet snel vergeten hoe ik daar lag, na het bruiloftsfeest, in zijn tent, te wachten op wat komen zou. Ik was doodsbenauwd, en ik weet niet eens waarvoor ik nou het bangst w

Bericht uit een Londense suburb

Van 28 mei t/m 13 juni verblijf ik in Londen, in het kader van mijn onderzoek naar nieuwe vormen van kerk-zijn en liturgie. Twee weken ogen en oren open, Fresh Expressions bezoeken, vragen stellen en inspiratie opdoen - dat is waar ik op hoop! Gisteravond bezocht ik voor het eerst Café Church in West-Ealing . Hun verhaal op de Fresh Expressions website lees je hier .    Daar zit ik, meegetroond naar de pub. Natuurlijk, welkom in Londen. Nog een beetje beduusd van het enthousiasme van de mensen die me naar afloop van de kerkdienst mee vroegen, en net zo beduusd van mijn eigen enthousiasme om zomaar ja te zeggen. Een lawaaiige straat met mensen van allerlei nationaliteiten, opdringerige uithangborden in vreemde talen en haastige dubbeldekkerbussen die voor mijn gevoel  uit het niets van de verkeerde kant van de straat aan komen rijden; een al even lawaaiige pub. Hier zit ik, verwikkeld in  een bizar, dan weer eerlijk en open en theologisch uitdagend, en dan weer verwarrend en onnavo

Advent: liedjes van verlangen (1)

"Het opbouwen van een theologische boekenkast", zo heb ik het eens iemand horen noemen, de uitdaging aan mij als jonge theoloog om mijn eigen visie op allerlei theologische onderwerpen te ontwikkelen. Opstanding, God en het Kwaad, Zonde, Schepping, Incarnatie... Het hangt van het onderwerp en van mijn stemming af of ik dit een interessante of een verschrikkelijk vervelende uitdaging vind, maar in het geval van eschatologie (misschien nog het best te definiëren als 'gedachten over de toekomst van God met mensen') neig ik meestal naar het laatste. Ja, ik heb er een vak over gevolgd, en ik heb er een paper over geschreven (zie hier ), maar een visie? Pff. Misschien met die onmogelijk opdracht in mijn achterhoofd, vallen me de eschatologische kanten van advent dit jaar des te meer op. Niet alleen de geboorte van het kerstkind verwachten, maar ook Gods toekomst. Wat kan ik met die gedachte?  Een poging, in de taal die ik altijd beter spreek dan die van de systematisc

Gedachten bij thuiskomst van het LMF

Bestaat er zoiets als missionaire liturgie?  Met die vraag kwam ik afgelopen zaterdag thuis van het Landelijk Missionair Festival. Twee mogelijke antwoorden had ik gehoord, zo verschillend als water en vuur.  1. Kliederig, knoeierig, rommelig, chaotisch (en zo nog een stuk of vijf bijvoeglijke naamwoorden die door de simultaan-vertaler bedacht werden voor het woord 'messy'): dat is wat liturgie moet zijn volgens Lucy Moore. Zij is voortrekker van Messy Church , een nieuwe vorm van kerk-zijn die in Nederland navolging krijgt onder de noemer Kliederkerk . Geen kinderkerk, maar diensten voor jong en oud sámen, waar je niet hoeft stil te zitten maar creatief bezig bent, waar je niet niet alleen luistert maar actief meedoet in de viering, en samen een maaltijd deelt. Je hoeft niet perfect te zijn, niet in een keurslijf te passen om erbij te horen in de kerk. De kerkdienst is heilige chaos, zoals Gods Geest zelf chaotisch is en vreemde wegen gaat. En wat te denken van Jezu